Tja, hoe lang geleden Bennie van Benthem precies zijn loonbedrijf is gestart? “Na het overlijden van mijn vader in 1980 ben ik verder gegaan met de boerderij”, rekent hij terug. “Toen de zodenbemester kwam, ben ik begonnen met loonwerk. Ik ben met Jan Rotink destijds naar een zodenbemester gaan kijken, rond 1986, en zo is het loonbedrijf van lieverlee ontstaan. En inmiddels is het ook al meer dan twintig jaar geleden dat we met onze melkveehouderij de stap hebben gezet naar ecologisch.”
“We kozen indertijd bewust voor ecologisch/biologisch, toen redelijk uniek. Wij wilden inzetten op wat de consument vraagt en zagen er de voordelen van in. Onze omgeving, het Overijsselse Blokzijl nabij Nationaal park De Wieden en De Weerribben, leent zich erg goed voor biologisch. Niet alleen een prachtig gebied, ook de grondsoort past erbij.”
De 125 koeien hebben in de zomer 110 hectare weiland om van te genieten. In de winter huizen ze in fraaie halfopen loopstallen. De kalfjes, van pasgeboren tot een paar weken oud, hebben een eigen stal, ook met een dikke laag schoon stro. “Ze zitten apart. Mocht er één iets onder de leden hebben, dan kan die niet snel een ander kalfje besmetten”, vertelt Rick van Benthem, de zoon van Bennie.
Nieuwe stal
De melk – het zijn immers melkkoeien – wordt geleverd aan ‘de kleinste en beste melkfabriek van Nederland’, aldus Bennie: Rouveen Kaasspecialiteiten. In het gelijknamige dorp staat al meer dan 100 jaar deze coöperatieve zuivelfabriek. De lange zuivelhistorie van het dorp en de klederdracht van Staphorst en Rouveen kenmerken de cultuur. De zuivelfabriek staat vooral bekend om de halfharde geitenkaas.
Bennie: “Hier ben je geen nummer maar een naam. Bij de ledenvergaderingen is minstens 75 procent van de aangesloten boeren aanwezig, en als je er niet bij kunt zijn, dan wordt er van je verwacht dat je je afmeldt. Zo persoonlijk is het. Rouveen is marktleider in Duitsland.”
Van Benthem werkt nu nog met een traditioneel melksysteem, maar dat gaat veranderen. “We zijn bezig met een vergunning voor een nieuwe stal. Hier willen we gaan werken met meerdere melkrobots.” Monique Rotink van het landbouwmechanisatiebedrijf vertelt dat de melkrobot een groeimarkt is, die veelal ten koste gaat van de traditionele melkinstallaties.
De klantrelatie tussen Van Benthem en Rotink dateert al van – zoals Bennie lachend zegt – voor Moniques geboorte. Dat blijkt niet het geval, maar beide bedrijven gaan wel al tientallen jaren terug. “Kwam vader Rotink bij mij, terwijl ik twijfelde over investeren in een trekker of in de melkinstallatie”, vertelt Bennie. “Rotink zei: ‘Je moet eerst die melkinstallatie nemen, daarvoor kom ik elk jaar bij je langs. Als de trekker je niet aanstaat, dan doe je die weg en zie ik je niet weer.’ Vader Rotink wist waar hij over sprak. Hij wilde natuurlijk graag een langdurige relatie opbouwen met zijn klant en de boer verdient zijn geld met de melkmachine. Terwijl dit in de begroting of investering vaak een ondergeschoven kindje is.” Monique Rotink: “Die witte vloeistof, dát zijn de euro’s voor de boer.”
Mechanisatie en melktechniek
Monique is samen met haar broer John de tweede generatie in dit bedrijf. “Onze ouders startten in 1968 in Ossenzijl. In 1996 stapte mijn broer in het bedrijf, in 2002 ikzelf. In 2008 namen we het bedrijf, met een mechanisatie- en een melktechniek-tak, over van onze ouders.” Vader Rotink was al dealer van DeLaval en New Holland, de twee belangrijkste dealerschappen binnen het bedrijf. Monique: “Beide grote A-merken.” Het akkerbouwgebied in de Noordoostpolder wordt bewerkt vanuit de vestiging Emmeloord. Ossenzijl ligt in een veehouderijgebied, waar de klanten ook komen voor de Schuitemaker mest- en voederwinningsmachines, Sip hooibouwmachines, Stautmann opraapwagens, BVL voederwinningsmachines en Trimble GPS systemen, die een waardevolle aanvulling vormen op de New Holland tractoren en oogstmachines.